Toolbox

De toolbox is een handleiding die hoort bij het prentenboek ‘Later word ik koningin’. Hij werd speciaal ontwikkeld voor volwassenen die wat hulp willen om het schaken aan te brengen aan kleuters of hele jonge kinderen.

De toolbox is geen box met spelmateriaal maar een boek van 48 bladzijden dik, softcover 297 x 240 mm en bestaat uit twee delen: één deel voor de individuele coach (ouder, grootouder,…) en aan de ommezijde van deze handleiding vind je de info voor een groepsbegeleider (leerkracht, jeugdleider, schaakcoach…).

Beide delen bevatten naast wat theoretische achtergrond, tal van tips en spelletjes om stap voor stap het schaken aan te leren. Omdat deze spelletjes neergeschreven ervaringen zijn, ben ik er zeker van dat ze aanslaan bij jonge kinderen. Wanneer een spel niet goed werkte, dan stuurde ik het bij. De toolbox is het resultaat van drie jaar zoeken, schrappen en herwerken. De tekeningen die erin verwerkt staan dragen bij tot het juist overbrengen van informatie. De groepsbegeleiders kunnen op talrijke foto’s een voorbeeld zien van de opgestelde positie van het spel.

De koning kan slechts één stapje zetten en daarna is hij moe. De tekening dient als geheugensteuntje bij deze schaakregel.

Werk je met jonge kinderen, dan adviseer ik om naast deze toolbox ook het prentenboek ‘Later word ik koningin’ te gebruiken. De prenten zorgen er namelijk voor dat de kinderen de schaakregels visueel voor zich zien, wat een hulp is bij het onthouden van de vele regels. Het verhaal is bovendien grappig en historisch en zit vol rijmen. Kleuters vanaf vier jaar zijn er gek op waardoor ze nog meer zin krijgen om het schaken te leren. Bij de jongste kleuters vertel ik de beelden in mijn eigen woorden, zeker wanneer ik met een groep werk. Vanaf de derde kleuterklas (5 jarigen) staan de kinderen open voor het rijmen en genieten ze van deze vertelstijl.

Lees niet het hele prentenboek in één keer voor. Waarschijnlijk duurt het dan te lang met het risico dat het kind afhaakt. Dat zou jammer zijn! Bouw wat spanning op, mysterie… laat het kind verlangen naar een volgend hoofdstuk.

Neem daarna de tijd om het spel op te bouwen, stuk voor stuk. Ik kies er bijvoorbeeld voor om te starten met de koning want rond dit stuk is het schaakspel opgebouwd. Je moet namelijk de koning schaakmat zetten (vastzetten zodat hij nergens meer heen kan). Hiermee wijk ik af van enkele traditionele methodes waarbij gestart wordt met het uitleggen van de positie van alle stukken op een schaakbord of het starten met torens en pionnen. Maar zonder koning heb je geen verhaal! Door hiermee te starten, pik ik in op de natuurlijke interesse van een 4-5-jarige kleuter die de wereld van kastelen en prinsessen enorm boeiend vindt.

Bovendien zet de koning geen moeilijke stappen, één stap in alle richtingen. Dit is ideaal om mee te starten. Zo komen de begrippen achter, voor, naast en schuin meteen aan bod.

Dit en meer van deze tips vind je terug in de toolbox. Zowel het prentenboek als de toolbox kan je bestellen via https://thinkerspublishing.com

De basis

Het boek ‘Later word ik koningin’ behandelt de basisregels; wat mag elk schaakstuk en waar start het op het schaakbord? Kinderen die verder willen en bijvoorbeeld ‘en passant’ en de ‘rokade’ willen leren, zitten al op een hoger niveau. In vele kinderschaakboeken worden deze onderwerpen toegelicht. In ‘Later word ik koningin’ nog niet, die hele jonge spelertjes wil ik nog niet afschrikken met té moeilijke regels. Ik verwijs hier wel graag door naar op de rubriek interessante boeken en websites op de website.